Press "Enter" to skip to content

Talking about my generation

Wat kan je nog doen na je pensioen? Voor veel van mijn generatiegenoten is dat een urgente vraag. Hoe kan je op een zinvolle manier een bijdrage blijven leveren aan de maatschappij? Is onze maatschappij wel toegerust om al die ouderen met levenservaring, vakman/vrouwschap, kennis, sociale vaardigheden en wijsheid een plaats te geven te midden van een versnellende wereld? Omdat ik deze vraag stel ben ik daar niet zeker van.

Image Berto

Het is een schande als een lokale gemeenschap geen beroep doet op het potentieel ouderen die de komende jaren zijn vrijgesteld van inkomsten uit werk. Vandaag kwam een oudere man op bezoek in het Repair Café om te zien als hij op een of andere manier van dienst kon zijn. Hij was vervroegd uitgetreden en wilde zich oriënteren; ja hij wilde wat idealistisch doen en het Repair Café was zoiets. Nee, ik heb niks te repareren, maar een praatje is fijn. Na een jaar thuis zijn raakte hij aan het ‘inkakken’ een gevoel dat hij nooit eerder had meegemaakt en hij ook niet wilde. Ik heb nog best een hoop te geven maar ik vindt geen aanknopingspunten, geen aansluiting meer. Ik voel me als vitale oudere overbodig. Uit zijn woorden kon ik opmaken dat hij te maken had met een sociaal isolement. Dat gevoel herkende ik en het was ook mijn slechtste scenario voor het leven als gepensioneerde.

Gek genoeg denken veel mensen dat je de vrijheid, nadat je met pensioen bent, met volle teugen moet gaan genieten. Het eerste is dat je kan gaan reizen en eventueel kan gaan overwinteren. “Er zijn zo veel plekken waar je nog nooit bent geweest”. Misschien is het wel net andersom. Dat je eindelijk de plaats wil leren kennen waar je woont maar door je fulltime werk niet echt aan toe gekomen bent. De man genoot zo van de reparateurs die de mensen hielpen om hun spullen weer op orde te krijgen. Hij zei dat dit precies was dat hij miste; die sfeer en mensen om je heen. Vooral de menging der generaties sprak hem aan. Hij zei dat hij er niet aan moest denken om alleen met ouderen te gaan kaarten of aan Nordic Walking te moeten doen.

Het feit is dat je van de gemeenschap en specifiek de gemeente Maastricht niks kan verwachten omdat deze, ondanks de senioren partij en het ‘ouderen beleid’, niet echt de behoeften van de ouderen kennen en dat faciliteren. Dat is niet iets waar je met een digitale vragenlijst achterkomt.  Verder geloof ik niet dat de gemeente voor actieve ouderen een geschikte aanpak heeft. “Ga maar vrijwilliger worden, of kijk maar wat je in de buurtcentra kan doen”, is al vlug de gesuggereerde oplossing.

De oudere is geen probleem; maar de spiegel van de maatschappij.

We kunnen blij zijn dat veel ouderen in prima conditie verkeren. Misschien willen ouderen gewoon wat gaan doen, met hun handen, samen met anderen. Weg van het computerscherm of TV. Men wil graag echte mensen ontmoeten; weg van de vervreemding, van de schijnwereld, die onze aandacht steelt.

Image Berto

Ik geloof niet dat we veel van de politiek kunnen verwachten. Deze generatie zal zelf de handen in elkaar moeten slaan om te experimenteren met nieuwe vormen van ouderenparticipatie in bestaande ‘duurzame’ initiatieven. Deze senioren gaan de kar niet meer trekken en dat hoeft ook niet meer. De kar duwen is prima en dat wordt door de jongeren erg gewaardeerd. Ouderen kunnen, omdat ze vrijgesteld en erg gemotiveerd zijn, projecten diepgang, continuïteit en kwaliteit geven. Voorwaarde is om senioren een volwaardige plek binnen organisaties te geven, daar waar ook nieuwe beslissing/participatiestructuren een kans krijgen. Als er mensen zijn die vernieuwing een warm hart toedragen zijn het de pensionada’s. Ontlast van de status die gerelateerd was aan hun studie en werk kunnen ze echt vrij zijn, om de ‘lokale’ gemeenschap van dienst te zijn. Niet de houding van ‘ik weet het beter’, maar ‘wat is het beste voor ons allen’ zal de nieuwe houding zijn. Niet het van bovenaf gedirigeerde maar datgene wat van onderop zich aandient laten bloeien.